Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ja, uw zuster Sodom [158]is in uw mond niet gehoord geweest, ten dage [159]uws groten hoogmoeds, 158. Hebreeuws, is niet tot een gehoor of gerucht geweest in uwen mond; dat is, gij hebt kwalijk enig gewag gemaakt van het vreselijk exempel mijner wraak, die Ik over de Sodomieten uitgestort heb, ten einde gij met vermijding van gelijke zonden, gelijke straffen zoudt mogen ontgaan. 159. Hebreeuws, uwer hoogmoeden; dat is, als gij zeer hoogmoedig zijt geweest, te weten als gij met grote hovaardigheid en stoutmoedigheid alle waarschuwingen mijner profeten versmaad hebt en in uwe gruwelen voortgegaan zijt. Anders, uwer heerlijkheden, of overtreffelijkheden; dat is, als gij in uw hoogsten welstand, weelde en waardigheid waart. Het Hebreeuwse woord wordt in het kwade voor hoogmoed, of hovaardij genomen, Lev.26:19; Job 35:12; boven hfdst.7 vs.24; in het goede voor heerlijkheid, overtreffelijkheid, hoogheid, Ex.15:7; Job 40:5; Ps.47:5.